In de vijftiende en zestiende eeuw werd door de legers van Van Gelre onder aanvoering van o.a. Maarten van Rossum veel geplunderd en geroofd; van de buit werden de soldaten betaald. Een dorp werd eerst door de bevelhebber op waarde geschat.

Als de bevolking deze schatting niet kon of wilde opbrengen werd er door de soldaten geplunderd. Vervolgens werd het dorp afgebrand. Uitgebeeld wordt het wegtrekken van de troepen na een brandschatting; onder triomfantelijke medeneming van de buit. De dorpsbewoners blijven ellendig achter met hun doden en gewonden.

Een interessant gegeven daarbij is, dat in 1533 Heeze, Leende en Geldrop samen geschat werden op 200 Hollandse florijnen. Platbranden was het resultaat.