Tekst paradegids
In de middeleeuwen geloofde men, dat een zot een kei in zijn hoofd had. Een kwakzalver, uitgedost met een trechter op zijn hoofd - als teken van de charlatan - heeft de bang kijkende sukkel op de stoel ervan weten te overtuigen, dat hij hem van de zotheid zal genezen door die kei uit zijn hoofd te snijden. Bosch schreef erbij: ?Meester snijt die keye ras; mijne name is Lubbert Das", en dat was de naam van een dwaas. Een monnik spreekt de patiënt nog moed in, en een non met het boek der wijsheid op haar hoofd, staat belangstellend de operatie te volgen.