Tekst paradegids
Een groep Bourgondische edellieden bezoekt in het begin van de twaalfde eeuw hun gezamenlijke vriend Bernardus, die in Clairvaux op een stuk woeste grond een klooster had gesticht en door noeste arbeid samen met zijn medekloosterlingen in een paradijs omgetoverd. Als zij aankomen verlaat een groep monniken de kloosterpoort om op het veld te gaan werken. De edellieden herkennen in de sobere monniken die daar met neergeslagen ogen gaan hun vrienden van weleer als Godfried van Péronne, Willem van Saint Omer en anderen. Bernardus leidt hen door het klooster rond en vraagt hen daarna niet op toernooien te verschijnen aan de vooravond van de vasten. Zijn vrienden van weleer weigeren, waarna Bernardus hun eigen gebrouwen bier inschenkt, dit zegent en hun bidt deze drank voor het welzijn van hun zielen te nuttigen. Hierna verlaten zij het klooster om weer vòòr de avond terug te keren en in het klooster te treden.