Tekst paradegids
De eerste mijnbouw in het Groot Hertogdom Brabant had plaats in het Belgische Brabant en Limburg.
In N-Frankrijk en in Engeland was men veel verder met de ontwikkeling van de mijnbouw. De mijnbouw in zijn oorspronkelijke vorm had plaats onder de woningen van de gebruikers.
In een later stadium ontstonden hieruit de bedrijfsmatig opgezette mijnen, zonder technische voorzieningen, ofschoon de invloeden van het buitenland wel merkbaar zijn. Het is deze periode die wordt weergegeven. Het transport van de kolen in de gangen had tot dan toe met mandjes plaatsgehad, buitenlandse invloeden brachten kolenwagentjes. De kinderen werden naar beneden gelaten en weer met kolen naar boven gehaald door middel van een lift.
De lift werd heen en weer bewogen door een hefspindel. De naar boven gebrachte hoeveelheid kolen werd genoteerd. Gezien de oorsprong van de "mijnbouw" is het logisch dat kinderen betrokken werden bij het delven. De hele mijn was afgestemd op de kinderen die er werkten. Immers lage, kleine gangen waren vlugger gehakt, enz. Waar zich dikkere lagen steenkool bevonden werden de gangen beter gestut en hoger uitgebouwd. Dan kon een volwassene toezicht houden op de hakplaats. In een later stadium werden de kinderen gedwongen in de mijnen te werken. Ze werkten onder bijna onmenselijke omstandigheden. Ze aten en sliepen vaak in de mijn of in de onmiddellijke omgeving. De leeftijd was bepalend voor de te verrichten werkzaamheden.