Louis Paul Boon vertelt over een gebeurtenis uit 1901 van Jan de Jager, z'n helper Dikke Fons en de voerman Sooi Bolle, die vanuit het Vlaamse Aalst naar Antwerpen trekken om een orgel te kunnen huren om daarmee geld te verdienen tijdens de kermisdagen. Nadat het orgel is gehuurd bezoeken ze een Antwerpse kroeg. Daar wordt het plan geboren om de zuster van Dikke Fans, Malvina (een meisje van plezier) te bezoeken. Na het bezoek ontstaat er een fikse ruzie tussen Malvina en de andere meisjes uit het hoerenstraatje, omdat het bezoek verkeerd wordt uitgelegd. De ruzie wordt beslecht met orgelspel, zang en dans. De Antwerpse politie herstelt na enige tijd de openbare orde.