Tekst paradegids
Het lijvige boekwerk van A. M. de Jong wordt gepresenteerd als een levend mozaïek, waaruit de totale sfeer van een Westbrabants dorp straalt. Het ruige en toch weer gemoedelijke en zielvolle leven van de Brabantse boerenbevolking, als het ware 'samengevat' door het luiden van de dorpskerkklok en het tijdsein van een fabrieksstoomfluit.
De uitbeelding betreft hoofdzakelijk het jonge leven van Merijntje, een pienter mannetje met grote belangstelling voor zijn omgeving. We ontmoeten ook de stroper 'de Kruik', een vriend van Merijntje en de 'Flierefluiter' die het tot koster weet te brengen. De aanhankelijkheid van simpele Fons, de dorpsdwaas kunnen we waarnemen en het bezoek van de zigeuners.