Tekst paradegids
Op zekere dag trekt de negenjarige Tijl met een paar van zijn vrienden naar de markt in Brugge. Een prachtige gelegenheid voor hen om kattekwaad uit te halen. Van alles is er op de markt te zien: Leerzenmakers, schoenlappers en kleermaaksters; daar zijn de kooplui in wild, hondenvangers, vellelieden. Kopers uit alle standen, poorters en knechten, dienstmaagden en eierboerinnen bieden op de waren. Maar voor dit alles heeft Tijl geen oog en oor. Zijn aandacht wordt vooral getrokken door een tent. Voor de tent staat een boer uit het land van Aalst met twee monniken naast zich. Hij laat de nieuwsgierigen weten dat ze in de tent een stukje van het schouderblad van Maria van Egypte kunnen komen bewonderen; natuurlijk tegen een kleine vergoeding. En ook is er wijwater uit Rome te koop. Aan een van de palen van de tent is een klein ezeltje gebonden. De jonge Tijl heeft zijn "plannetje" al gemaakt. Eerst voor een paar duiten peper kopen en dan.........