1/6
13.
Fabel: De kikkers willen een koning. Moraal: Het is gevaarlijk om de spot te drijven met dingen die een raadsel blijven
De Lambrekvrienden
Rangschikking
3e prijs
Bekijk hier de volledige uitslag
Tekst paradegids
De kikkers bij de sloot leefden er maar zo'n beetje op los. Het was een vrijgevochten bende. Toch beviel dit leventje hen op den duur niet meer. Een wat geregelder bestaan zou misschien toch wel prettiger zijn. Maar een koning, die het gezag zou kunnen handhaven, hadden ze niet. Ten einde raad vroegen zij aan de oppergod Jupijn om hen alstublieft een koning te sturen om orde op zaken te stellen, want zo kon het niet langer. Maar Jupijn had geen koning voor de kikkers. Hij liet daarom zijn scepter, een mooie, houten staf uit de hemel vallen, met de gedachte dat dit voor de kikkers niet alleen een teken van koninklijke, maar zelfs van goddelijke waardigheid zou zijn. De kikkers vonden het maar een onbenullig stuk hout en al rap sprongen en dansten zij erop. De oppergod vond dit een grote belediging. "Hebben de kikkers dan helemaal geen eerbied voor hogere dingen en die willen nog wel een koning hebben! Wel, ze zullen een koning krijgen". Even later kroop er een grote, zwarte vraatzuchtige slang door het gras. De straf die de kikkers voor hun spotternij te wachten stond was inderdaad niet mals: vóór de dag voorbij was had de slang alle kikkers opgegeten. De raadselachtigheid van ziekte en kwalen, die vroeger vaak door een kwakzalver werd beheerst, wordt aan de kaak gesteld door wellustige en spotzuchtige stamgasten van een herberg, maar het blijkt gevaarlijk te zijn om de spot te drijven met dingen die een raadsel blijven.