Als model voor deze wagens stond de Abdij van Averbode, een plaatsje bij Diest in België, dat in die tijd behoorde tot het Hertogdom Brabant. De in detail nagebouwde poort stamt uit 1380 en staat nu nog steeds in Averbode! Deze abdij werd in 1134 gesticht door Arnold 11, graaf van Loon, onder begunstiging van Godfried 111, Hertog van Brabant. Rond 1170 droegen de Heren van Heeze landerijen uit Sterkselover aan deze Norbertijnen Abdij in Averbode. Norbertijnen behoorden tot de rijke klasse. Veel ridders stuurden hun tweede en jongere zonen naar deze Abdij. De oudste zoon was natuurlijk tot ridder voorbestemd. De Norbertijnen speelden in die tijd een grote rol bij het mondig maken van de veelal zeer arme bevolking, die nagenoeg onbeperkt voedsel (lees: bier en brood) mochten komen halen. Er was daartoe een speciaal armengat in de poort aangebracht. Ook diende de Abdij als veilige vluchthaven voor allerlei rondtrekkenden die aan de welig tierende struikroverij wensten te ontsnappen. Omdat de boekdrukkunst nog niet was uitgevonden, calligrafeerden de Norbertijnen in het scriptorium boeken. Boeken waren in die tijd een uitermate kostbaar en rijk bezit. Veel tijd besteedden de Norbertijnen ook aan mediteren, bidden en zingen. Wij raden eenieder aan eens in Averbode naar deze prachtige Abdij te gaan kijken om er zelf de serene, ja zelfs heilige sfeer te proeven.