Omstreeks de eeuwwisseling brak het tijdperk van de luchtvaart aan, een ontwikkeling, die verstrekkende gevolgen zou hebben voor onze samenleving. Wij kunnen het vliegtuig nu niet meer missen! Dit alles hebben we te danken aan de eerste pioniers, die met improviseren, doorzettingsvermogen en veel lef vast bleven houden aan die droom om te kunnen vliegen. De meest wonderlijke bouwsels, twee- en driedekkers, werden ontworpen en soms met gevaar voor eigen leven beproefd. Maar de vliegkoorts was een feit, de toestellen werden steeds betrouwbaarder en in 1909 vloog de Fransman Louis Blériot als eerste over het Kanaal. Aviateurs werden internationale helden, de krantekoppen verhaalden van hun prestaties; er werden vliegdemonstraties gehouden en vliegwedstrijden uitgeschreven. Het publiek stroomde van heinde en verre toe om vol ongeloof en spanning het wonder van de luchtvaart met eigen ogen te aanschouwen. In onze streken was de Belg Jan Olieslagers, bijgenaamd 'de Antwerpse Duivel', een beroemd aviateur. Hij vervult dan ook de hoofdrol op de wagen, waarmee buurtvereniging "de Laarstukken" de sfeer uitbeeldt, die het hele vlieggebeuren in die tijd omgaf. U ziet de Antwerpse Duivel in een vliegtoestel, type 'DEMOISELLE', op ware grootte nagebouwd, de mecaniciens met hun laatste voorbereidingen voor de start, een fotograaf, de werkplaats, het deftige publiek op de tribune en de reporter, die verslag doet van het hele gebeuren. Ter afsluiting ziet U de 'zonderling' die, ook aangestoken door de vliegkoorts, op zijn eigen manier de hemel wil verkennen. Hij wordt uitgejouwd door een groepje kinderen die een liedje zingen, dat de ouderen onder ons zich nog wel herinneren:

Als Olieslagers dood is dan krijgen we misschien de helleft van zijn centen en een ouwe vliegmasjien.