Tekst paradegids
Rond de eeuwwisseling stond de aard van de vrijage en het trouwen onder invloed van vele plaatselijke zeden en gewoonten. Ook in Oost-Brabant waren er per streek verschillende variaties. Zo was er het zogenaamde "bessemen" door jonge meisjes die, als vader en moeder bijvoorbeeld naar de markt gingen, thuis achterbleven. Ze staken dan bij wijze van seinvlag een bezem door het raam naar buiten, om een hen bekende jongen te waarschuwen dat de kust veilig was en dat hij met een gerust hart even kon binnenkomen, als hij ...toevallig... toch langs kwam. Op de dag van het aantekenen was het groot feest bij de jongen thuis en heel de buurt werd dan op bier verzocht. Dit bier werd "kwanselbier" genoemd. Kwanselen betekent: praten, drinken, vrolijk zijn. Bij het aantekenen was er het zogenaamde "losschieten". Dit gebeurde door jongens uit de buurt. De lucht daverde dan van de knallende donderslagen, die veroorzaakt werden door ontploffing van carbidgas in oude bussen. Het jonge paar kwam dan blozend naar buiten en beloofde het "schietbier" of "kwanselbier". Als het aanstaande paar in drie roepen "van de prikstoel was gerold" kwam de bruiloftsdag zelf. Deze begon met de bekrachtiging van het huwelijk ten gemeentehuize, waarna de kerkelijke inzegening plaatsvond. Na afloop hiervan ging de feeststoet naar het huis van de bruid en werd met muziek en dans een grootse bruiloft gevierd.