Tekst paradegids
Reeds de Romeinen zouden in en ten noorden van het gebied wat wij heden ten dage kennen als de Langstraat, werkplaatsen gehad hebben waar leer "gemaakt" werd. Dat leer was bestemd voor de Romeinse legioenen die elders langs de Maas en de Rijn gelegen waren. De aanwezigheid van koeien in die streek (huiden) en van eikewallen met akkermaalshout, waarvan de schors als looistof gebruikt werd, zou voor de Romeinen de reden geweest zijn om er hun "leerfabrieken" te vestigen. Het maken van leer kan in een drietal fasen onderscheiden worden nl. de voorbereiding, het looien en de afwerking. Bij de voorbereiding wordt de huid geweekt, onthaard en ontvleesd. Bij het looien wordt het leer vast, hard en waterdicht gemaakt. Dit was vroeger een zeer langdurig proces. Voor dit looien gebruikte men al heel lang uitsluitend plantaardige stoffen, sap gemaakt van eikeschors dat tussen de opgestapelde huiden werd gestrooid. Tenslotte was er de afwerking waarbij het leer gespoeld, geverfd, gevet, geloogd en gedroogd werd. Vriendenkring Schenkels laat u zien hoe er vroeger in zo'n leerlooierij gewerkt werd.