Tekst paradegids
De magere keuken staat voor het vasten en de armoede, de vette voor vastelavond en overvloed. Zeker is dat vastelavond, oorspronkelijk een kerkelijk zottenfeest, te maken had met de opkomst van de burgerklasse rond 1300. Geleidelijk werd het toen een feest van alleen maar leken. In de magere keuken zit "de maghere man die de pot roert". Zijn doedelzak, symbool van de armoede, hangt aan de muur. Een man van de vette keuken die er binnen wil gaan bedenkt zich toch maar als hij ziet wat voor een sober kostje hem voorgehouden wordt.
Nee, dan de vette keuken: hammen, worsten en een varken aan het spit sieren de keuken. Een magere sloeber die deze keuken probeert binnen te dringen wordt hardhandig naar buiten gewerkt, angst als men er heeft voor de armoede. Voor de keukens rijdt een kar waarin een pasgetrouwd stel ligt te vrijen (beter bekend als de vuile bruid). Naast de kar loopt een jongen met een spaarpot, als wil hij de toeschouwer een gift afdwingen voor het opgevoerde spel.