Antonius, zoon van welgestelde ouders, werd in 1251 te Koma (Egypte) geboren. Toen Antonius zo'n 20 jaar oud was stierven zijn ouders. Deze lieten hem en zijn jongere zusje een groot fortuin na. Een tijdje na deze gebeurtenis 'hoorde' hij Christus. Deze droeg hem op al zijn bezittingen weg te geven. Antonius deed dit en trok vervolgens naar de rand van de Arabische woestijn om daar als kluizenaar in eenzaamheid te leven. Toch hielp hij als monnik christenen die vervolgd werden, armen en zieken. Hij gaf raad aan wie dat vroeg, korrespondeerde met keizers en ondernam op jonge leeftijd een reis naar Alexandrië.

Er doen vele verhalen de ronde over Antonius; een ervan is het verhaal van het bezoek aan zijn vriend Paulus van Thebe. Toen deze stierf, begroef Antonius zijn lichaam met de hulp van twee leeuwen. Dit verhaal is te zien op het schilderij van Maerten de Vos, waarop de wagen van vriendenkring Voorwaarts gebaseerd is. Al vanaf het begin van Antonius' kluizenaarsbestaan bestookte de duivel hem met verschillende verzoekingen. Eén van die verzoekingen verliep als volgt: op een nacht verscheen er een demonische koningin die Antonius probeerde te verleiden. Antonius doorzag haar echter en riep Jezus aan, waarop zij in een pikzwart varken veranderde. Uiteindelijk gaf Satan het op. Dit alles is door Maerten de Vos voortreffelijk weergegeven op het schilderij 'De verzoeking van de Heilige Antonius'. Maerten de Vos, een schilder uit het vroeger Brabants gedeelte van België, wordt evenals Jeroen Bosch gerekend tot de voorlopers van het surrealisme, dat met zijn buitenissige afbeeldingen werkelijk te gek voor woorden is.