Tekst paradegids
Alleenstaande vrouwen hielden zich bezig met het wassen van mutsen (geen poffers), het stijven van tule en kant, het opnieuw in elkaar zetten en strijken van deze mutsen. De mutsen waren samengesteld uit tule, kant en kunstkant of machinale kant.
De daagse muts bestond alleen uit tule.
De gekartelde voorrand moest nadat deze gewassen was op een houten raam met koperen pennen opnieuw gevlochten, gestoomd en gedroogd worden. Na het uittrekken der koperen pennen bleef het roesje in zijn karteling staan om vervolgens in de muts verwerkt te worden.
Nog vroeger werden deze roesjes met de hand geplooid door gebruikmaking van een koperen plooier.