Tekst paradegids
‘Een truttenschudder met jarretelaandrijving’, zo werd de DAF Variomatic in de volksmond genoemd na zijn introductie in februari 1958. Het troetelkind van de broers Hub en Wim van Doorne heeft vanaf het begin moeten vechten tegen het imago van een ‘dameswagentje’, maar niet zonder succes. Uniek was het karakter van een automatische versnellingsbak zonder trappen. Gas geven volstond, de snelheid ging zonder schokken of tussenpozen omhoog. De uitstraling van het autootje en zijn eenvoudige aandrijving zorgden voor zijn gekscherende bijnaam. Honderdduizenden exemplaren zijn er tot 1975 van deze enige Nederlandse personenauto na de Spyker verkocht.
Eind jaren 90 zagen fabrikanten, mede door de verbeterde productiemethoden, weer brood in de vinding van DAF. Door elektronica en andere aanpassingen rusten toonaangevende merken hun modellen met de Continu Variabele Transmissie uit; Porsche, Nissan, Fiat. Zelfs in de Formule 1 werd er in 1993 geëxperimenteerd met CVT. Echter, vanwege prestatievoordeel werd het verboden om deze techniek toe te passen.