Rangschikking
14e prijs
Bekers:
Overige prijzen: Eervolle vermelding: Het jongetje in rolstoel die een lange neus trektTekst paradegids
Gedicht: Brabantse Scheldprocessie (1941)
Dichter: Piet Heerkens
Brabant is als een lappendeken: Elk dorp, stad of gehucht heeft een eigen identiteit, een eigen wapen, een eigen gevoel, maar, in het bijzonder, hebben ze ook een eigen spot- of scheldnaam, ooit bedacht door hun buurgemeentes. Met alles werd de spot gedreven: armoede, honger, ijdelheid, burgerlijke trekjes, lokale verhalen en legendes, noem maar op...
Maar, wat ooit een spotnaam was is verworden tot een geuzennaam waar we trots op zijn, die we op handen dragen en op een voetstuk plaatsen (zeker in de periode rondom carnaval!). Van Kruikenzeikers tot Kakkerlakken: Vier met ons de mooiste Geuzenamen uit het Brabantse land!
Juryrapport
Overdracht van het onderwerp:
Dichter bij Brabant komt tot uiting door de verdieping in de Brabantse topografie en bijnamen.‘Alles van goud’ dat is een pakkend begin! Ook dat het goud refereert naar ‘trots’ is sterk!
Toch wordt de boodschap te snel duidelijk gemaakt en missen we een diepere laag. Het gedicht is letterlijk vertaald. Er is veel herhaling van het goud en de muziek. Dat is jammer. Je mag de kijker wel nieuwsgieriger maken door het rustiger op te bouwen, meer karikatuur, boeiender spel of ineens iets te veranderen aan het tafereel. En het publiek wordt duidelijk aan het werk gezet. Iedereen hoor je nadenken: welke steden en dorpen worden hier nu uitgebeeld?
De keuze voor deze compositie is zeer gewaagd, maar helaas niet overtuigend genoeg. De afzonderlijke wagens doen weinig. Het roept te dunne emoties op, wel af en toe een kleine glimlach.
Theatrale en muzikale kwaliteit:
Het goud wakkert verwachtingen aan en roept belofte op. Helaas is dat niet helemaal waargemaakt. Het was een beetje saai om naar te kijken en er had veel meer met theater gedaan kunnen worden. In het oog springen het jongetje uit Leende in rolstoel, de meisjes uit Gilze Rijen en de gouden horloges om de armen van de dragers. Het spel blijft wat vlak en beperkt zich tot uitbeelden zonder gelaagdheid. De voorstelling kan aan kracht winnen door muziek en spel beter op elkaar af te stemmen. De wagen bestaat uit losse onderdelen die door duwers wordt voortbewogen. De duwers zijn jammer genoeg niet geïntegreerd in het beeld, zij hebben wel een choreografie maar deze wordt helaas slordig uitgevoerd. Muziek van Gerard van Maasakkers is treffend maar niet erg origineel.
Artistiek-technische uitvoering:
Het is een leuk concept en typisch Brabants, zelfs leerzaam voor wie de ‘spotnamen’ nog niet kent.
De opbouw is goed van laag naar hoog uitgewerkt. De spelers bovenop de draagstoelen doen het goed en tillen het totaalbeeld naar een hoger niveau. Zij worden de centrale acteurs en maken het onderwerp duidelijk.
Ter overweging: de duwers kunnen eventueel opgesteld worden als ‘dragers’ zoals in een processie. Alsook hun grijze kledij doet afbreuk aan het totaalbeeld. Bordeaux of oker zou aansprekender geweest zijn.
Met de detaillering en patina kan er meer gedaan worden zodat het er meer historisch of waardevol uit ziet. Het is allemaal redelijk verzorgd, maar als totaal onvoldoende spannend in vormgeving, techniek en spel.