De reuzen, bezit van de Kon. Rederijkerskamer "De Goubloem", zijn rond 1600 door deze vereniging in het leven geroepen. In de tijd van de contra-reformatorische overweldigingen waren de rederijkerskamers verboden. De reuzen fungeerden als dekmantel van deze kamer "De Goubloem" en garandeerden zo haar voortbestaan. Aanvankelijk waren er twee reuzen, later zijn er nog twee bijgekomen. Lengte ongeveer 3.80 meter. Materiaal: lichaam, koppen van hout. De Hoep Dasa dateert uit dezelfde tijd en is het zinnebeeld van een man, die door drank, overspel zijn plichten verzaakt, doordat men hem herhaaldelijk in de lucht gooit. Vier mannen spannen een laken, deze vasthoudend aan de vier punten, en werpen hem zo hoog mogelijk op.