In het stadje Stippestap hadden de mensen onder elkaar voortdurend ruzie. Men was afgunstig op elkaars mooie kleren. Op een dag kwam een reus de stad binnen die bij de vermaarde kleermaker Pietje Prik een pak bestelde. Binnen drie dagen moest het klaar zijn. Pietje kon het natuurlijk nooit alleen af. Heel de stad zou helpen. Men klom op de brandweerladder om de maten te nemen. ledereen sjouwde mee om het pak zo snel mogelijk klaar te krijgen, bang als men was voor de reus. Ondertussen zat de reus te wachten voor het huis van de kleermaker en rookte de ene pijp na de andere. Donkere rookwolken dreven over de stad. Maar na drie dagen was het pak klaar. De reus zei welbedankt en ging en de mensen dansten vrolijk rond het marktplein, arm in arm, alsof er nooit ruzie geweest was.