Rangschikking
12e prijs
Tekst paradegids
Bij de "keisnijding" zijn vier personen betrokken: de patiënt, die zijn schoenen heeft uitgetrokken en zwaar leunend in zijn stoel zit met zijn geldtas, waar een dolk doorheen steekt; naast hem de dokter, met een trechter op het hoofd, bezig een bloem uit het hoofd van de patient te halen; een man met een kruik in de hand; en een met beide armen op een tafeltje leunende vrouw met een boek op het hoofd.
Op een geslaagde operatie wijst een op de tafel liggende bloem. Achter de hoofdgroep strekt zich een landschap uit met steden en met galg en rad. De voorstelling wordt toegelicht in een calligrafisch opschrift: "Meester snijt die keye ras/Mijne name is Lubbert Das".
In deze voorstelling wordt een uitbeelding gezien van de dwaasheid en het bedrog in een kwakzalversscène.
De kwakzalver, keisnijder, is geen figuur uit de werkelijkheid maar bestond alleen in het spraakgebruik. Deze gefingeerde bedrieger buitte domheid van de gepersonifieerde sukkel, "Lubbert Das" uit, door hem wijs to maken dat hij hem van zijn domheid zou kunnen genezen door hem een kei uit het hoofd to halen.
Details, zoals de trechter op het hoofd, wijzen op bedrog. De tulp die uit het hoofd gehaald wordt zou symbool van dwaasheid zijn; de tulp zou "geld" betekenen, waarmee de doorstoken geldtas in verband gebracht kan worden.
Juryrapport
Jurylid Dr. L. van Egeraat: Handelingen zijn wat druk en bovendien voor het publiek niet duidelijk zichtbaar. Totaaluitbeelding echter mooi en gedetailleerd. Presentatie stilstaande wagen rommelig doordat de akteurs nog andere zorgen aan hun hoofd hadden.
Jurylid Miel Geysen: Op de wagen waren al de ingrediënten geplaatst zoals ze vermeld waren in het programmaboekje. Het was nauwkeurig gedaan maar niet erg releverend. De pantomimische opstelling was goed, maar werd rommelig wanneer de spelers zich verplaatsten. Er werd al te zenuwachtig geakteerd door de snelheid van de wagen. Bij het terugkeren was de indruk veel beter.
Jurylid G.T. Haneveld: Zeer fraaie en gedetailleerde uitbeelding van het bekende schilderij van Jeroen Bosch. Of het publiek de symbolieke betekenis van het snijden van de kei (in dit geval: van de tulp) uit het hoofd heeft kunnen volgen valt enigszins te betwijfelen.
Jurylid Prof Dr. J. van Haver: Goede opstelling (maar waarom die opvallende galg ?); bij de uitbeelding staan de akteurs in een kringetje, als een gesloten groep, waardoor de handeling voor een groot deel verloren gaat. Komt de persiflage bij het kijken (dus zonder begeleidende tekst) wel voldoende over?