Rangschikking
15e prijs
Tekst paradegids
De kleuren van Kielegat ontmaskerd? Eind 16e eeuw herovert Oranje de stad Breda met een list. Tijdens carnaval vaart het befaamde Turfschip de stad binnen. Terwijl de Spaanse bezetters feestvieren, houden Staatse troepen zich schuil in het schip met een gat in de kiel. Midden in de nacht komen de Nederlanders uit hun schuilplaats en openen zij de stadspoorten van Breda. Prins Maurits van Oranje viert zijn triomf. Oranje verdrijft het Spaanse Rood. Deze twee kleuren zijn tot op de dag van vandaag de kleuren van Kielegat. Dat gaan we tonen! Rood en oranje wisselen elkaar af: twee feesten op de dag van één overwinning. De zege blijkt uiteindelijk een belangrijke stap naar een onafhankelijk Nederland. En ... zonder carnaval was deze briljante list onmogelijk geweest.
Juryrapport
De list met het Turfschip is een spannend verhaal uit de Tachtigjarige Oorlog. Terwijl de Spaanse bezetters carnaval vieren in de Bredase binnenstad, vaart een turfschip door de poorten van het kasteel. Met als lading niet alleen turf, maar daaronder verstopt een legertje soldaten van Prins Maurits. Het lukt zo om binnen de muren van het kasteel te komen en de stad te heroveren.
Het is een krachtig verhaal en biedt veel mogelijkheden op een even krachtige voorstelling. Helaas is het hier wat vreemd vertaald.
Sommige aanknopingspunten zijn in deze uitvoering door elkaar gehusseld of weggelaten. Ook de tijd waarin het speelt, is grotendeels losgelaten en deels vervangen door symboliek. Zoals de Spaanse danseressen die feestelijk voor de wagen lopen. De muziek werkt aanstekelijk (mag iets opzwepender) en de danseressen zorgen voor een heerlijke Spaanse sfeer. Al zijn de vuurrode Spaanse kleuren wat vaal, richting het oranje of roze. De zatlap voorop is leuk. Het plezier van alle spelers is duidelijk zichtbaar. Toch mogen de danseressen net wat meer temperament en passie tonen om aan overtuiging te winnen en het publiek mee te nemen in het verhaal. Een strakke choreografie helpt ook om een vonk naar het publiek over te laten slaan.
Want het verhaal is dun. Je leest er niet aan af waarom de danseressen feestvieren. Het idee verdient een opbouw van spanning naar een climax. De list is met het wegduiken in de kajuit te zien, maar de grootse overwinning of verovering ontbreekt. Het juichen oogt al snel eenvoudig en mist een gelaagdheid die de Brabantsedag zo bijzonder maakt.
Veel van de symboliek gaat jammerlijk ten onder in het grote geheel. De wagen is netjes uitgewerkt, maar mist spanning. De wagen heeft wat weg van een echte prinsenwagen met carnaval en bevat veel clichés. Je krijgt daardoor het gevoel dat je dit al ooit gezien hebt. Het ‘gat in de kiel’ oogt een beetje lomp.
Waarom zijn de Spaanse danseressen niet vervangen door Brabantse deernen die de soldaten verleiden ‘nog een pilske te nemen’ en langer te blijven. Dat past beter bij het verhaal. We zien dat er tegenslag is bij de aandrijving van de wagen, die mooi is opgelost door de duwers met ontbloot bovenlijf. Alsof het erbij hoort. Misschien kennen de duwers hun eigen krachten niet, want de wagen trekt snel voorbij.
Over het succes van het kleurgebruik in de gehele voorstelling en over de achterzijde van de wagen verschillen de meningen binnen de jury. De een vindt deze ‘gaaf’ of ‘speels en passend’, waar de ander het half afgebroken schip en een achtersteven ‘een gezochte combinatie’ vindt.