1/58
Rangschikking
10e prijs
Tekst paradegids
Het klinkt misschien vreemd, maar tussen 1857 en 1965 was carnaval in Tilburg door de Rooms-Katholieke Kerk verboden. Toch lieten de mensen zich niet stoppen. Achter de gesloten deuren ontstonden geheime feestjes, vol muziek, dans en vrolijkheid. In kleine, intieme kring genoten ze van het samenzijn, altijd op hun hoede voor de politie die het feest probeerde te dwarsbomen. Dit verbod maakte het feest alleen maar spannender en gaf het een bijzondere betekenis: een stille rebellie en een ode aan verbondenheid. Nu bruist Tilburg weer van kleur en leven.
Juryrapport
Een fantastische slapstick, origineel en met veel humor. Spelers, wagen, muziek en alles er op en rond is kolderiek. De vormgeving van de wagen is interessant waar de kerktoren gespleten is in een narrenpak en de huizen menselijke trekken hebben. Het beeld is niet specifiek Tilburgs, maar er zijn leuke verwijzingen naar de Heuvelstraat en de aarden kruiken. Die gezichten in de huizen zijn goed bedacht en mooi uitgevoerd. De afwerking is erg goed. Het zijn allesbehalve clichéhuisjes. Ze geven subtiel een vrolijke sfeer. Die wordt versterkt door de beweging in de huizen. Met name schoorstenen doen het op dat vlak erg goed.
Als publiek kunnen wij door de ogen en monden kijken naar wat zich binnen afspeelt, de politie kan dat niet. Dat wordt extra duidelijk als de verstarring optreedt. Dan vallen de spelers in de camouflage en dat is prachtig om te zien. Wat een knappe oplossingen zijn er bedacht, zoals het wegduiken of verstoppen onder een lampenkap, in de Mona Lisa, het behang, de gordijnen. Voor iedere manier waarop spelers in het decor opgaan, hebben ze de passende kleding. Deze is ietwat carnavalesk, maar niet te, helemaal overeenkomstig het thema. Het effect is origineel en vol humor. Alles en iedereen staat in dienst van het spel. Op die stilstaande momenten vallen de bewegende delen van de wagen extra op.
Over de agenten wordt hier en daar wat opgemerkt. Hun rol en de zoektocht mag sterker en uitgesprokener gespeeld worden om het verhaal volledig te laten landen. Hun spel wordt op den duur plat en eentonig. Het Bromsnor-gehalte is te groot. Het oppoetsen van medailles bijvoorbeeld, is te klein voor straattheater. Wel erg leuk: die schuursponsjes op de schouders.
Een andere tip die wordt gegeven is de inzet van choreografie, om met alle figuranten tegelijk dezelfde beweging te doen, met zoveel acteertalent moet dit mogelijk zijn.
Omdat de focus van het spel zich in de huizen afspeelt, geven we ook het idee mee om de buitenkanten van de huizen donkerder en de binnenkant lichter te maken. Dan pakt wat zich binnen afspeelt meer licht en wordt het nóg duidelijker.